​Al eerder zijn er uitspraken geweest over huurverlaging in coronatijd, maar dit waren uitspraken in een kortgeding. De uitspraak van de Haagse rechtbank van 21 januari is gedaan in een bodemprocedure. Naar het oordeel van de kantonrechter "bestaat er geen aanleiding om aan te nemen dat partijen bij het sluiten van de huurovereenkomst rekening hebben gehouden met een gezondheidscrisis van deze omvang, waarbij diverse overheidsmaatregelen worden getroffen die maken dat het gehuurde gedurende langere tijd niet kan worden gebruikt, dan wel waardoor het overeengekomen gebruik wordt belemmerd". Op grond hiervan komt de rechtbank tot de uitspraak dat in de geschetste situatie 50% van de huurprijs verschuldigd is.
 
Uiteraard is de uitspraak niet 1-op-1 te plaatsen in andere geschillen, maar kan zeker van belang zijn voor reisondernemingen die winkelruimtes huren. Ook zij worden immers geconfronteerd met een situatie waarin de winkel voor langere tijd gesloten is. Ook moet rekening worden gehouden met afspraken die vaak reeds zijn gemaakt met verhuurders. Maar voor huurders van reiswinkels kan de uitspraak zeker een steun in de rug zijn.