Je bent succesvol ingelogd op Mijn ANVR
Uitloggen
Powered by 
Intranet

Skip Navigation LinksRetailer aansprakelijk bij faillissement van de organisator: wanneer wel/niet?

Je bent hier:
ANVR  >  ANVR-Nieuws

Nieuws
Retailer aansprakelijk bij faillissement van de organisator: wanneer wel/niet?

Maandag 19 april 2021
De ANVR krijgt regelmatig vragen over de aansprakelijkheid van retailers bij levering door buitenlandse leveranciers van reisonderdelen of complete pakketreizen. Een lastige kwestie kan ook aan de orde zijn als bijvoorbeeld een touroperator failliet gaat die wel SGR deelnemer is, maar niet bij SGRZ was aangesloten. De ANVR heeft daarom even de belangrijkste vragen én antwoorden op een rij gezet.

Een retailer bemiddelt bij boeking van een Nederlandse SGR deelnemer, die géén SGRZ retail deelnemer is en deze SGR deelnemer gaat failliet (dit was b.v het geval bij het faillissement van Peter Langhout). Wat betekent dit voor de retailer?

De overeenkomst is tot stand gekomen tussen de reiziger en de SGR deelnemer die nu failliet is. Op basis van de garantieregeling (art. 3 lid 4) is de consument gedekt. Aangezien de boeking tot stand is gekomen door bemiddeling van de retailer, moet de consument zich tot die retailer/boekingskantoor wenden om aanspraak te kunnen maken op de uitkering (artikel 6, lid 1 van de garantieregeling). De consument wordt geacht om aan de doorverkoper/retailer last en volmacht te hebben gegeven zodat die zich tot SGR kan wenden voor het bedrag waarop de consument bij SGR aanspraak kan maken.
Kortom: de schade ligt niet bij de doorverkoper. Het niet deelnemen van de organisator aan SGRZ is enkel relevant voor de wijze waarop de schade verhaalt kan worden (dat kan niet via de retaildekking van de SGRZ garantieregeling, maar loopt via de SGR garantieregeling).

De retailer stelt zelf een reis samen met een Nederlandse SGR deelnemer, die geen SGRZ-retail deelnemer is, en die vervolgens failliet gaat. Loopt de retailer dan risico? 
Wanneer de retailer niet als doorverkoper optreedt maar als organisator en het toeleverend bedrijf (geen SGRZ-deelnemer) is een leverancier, dan loopt de retailer wél het financiële risico bij faillissement van de niet-SGRZ-retail deelnemer. Het is dus van belang om bij het zelf samenstellen van reizen goed er op te letten dat de leverancier aangesloten is bij SGRZ-retail. Uiteraard dient de retailer ook de SGRZ-bijdrage af te dragen; alleen dan kan je aanspraak maken.
Voordeel is tevens dat reisonderdelen geleverd door SGRZ-retail leveranciers, afgetrokken mogen worden van de risicodragende omzet. Je hoeft hier dus geen bankgarantie voor aan te houden.
Kortom: de schade ligt bij de retailer aangezien die is opgetreden als organisator.

De SGR-retailer bemiddelt bij een boeking bij een Nederlandse leverancier die géén deelnemer is van SGR/SGRZ-retail en deze leverancier gaat failliet. Risico retailer?
De overeenkomst is tot stand gekomen tussen de reiziger en de leverancier. Omdat de reiziger de boeking heeft gemaakt bij een doorverkoper die SGR deelnemer is, geldt dat de consument gedekt is op basis van de garantieregeling (art. 3 lid 4). De klant heeft de garantie dat alles wat hij in een reisbureau koopt, is gedekt (met enkele uitzonderingen zoals b.v. losse vliegtickets). Dit betreft de wettelijke verplichte garantie op pakketreizen én de (bovenwettelijke) garantie op accommodaties. Dit is voor bedrijven die aangesloten zijn bij SGR natuurlijk een extra verplichting maar geeft de klant uiteraard meer zekerheid. Ook wanneer je bemiddelt in losse hotels/accommodaties is de klant gedekt. Een goed verkoopargument en dus verstandig te vermelden aan de klant. Dit wordt wel de locatiedekking genoemd.
Als SGR boekingskantoor dien je op basis van artikel 8 van het deelnemersreglement in te staan voor dit financieel onvermogen van de leverancier. Het boekingskantoor is aansprakelijk met betrekking tot handelaren die geen met SGR vergelijkbare garantieregeling hebben. Mogelijk dat de retailer de schade kan verhalen (wanneer b.v. de leverancier bij een ander garantiefonds is aangesloten), maar de uitbetaling aan de klant is hier niet van afhankelijk.
Kortom: bij bemiddeling naar de niet-SGR/SGRZ-retail deelnemer ligt de schade bij faillissement (van die deelnemer) bij de doorverkoper.

Retailer boekt bij een buitenlandse TO/leverancier die géén SGR/SGRZretail deelnemer is. De TO/leverancier gaat vervolgens failliet. Wie loopt het risico?
Ook hiervoor geldt dat de overeenkomst tot stand is gekomen tussen de reiziger en de leverancier. Omdat de reiziger de boeking heeft gemaakt bij een SGR- doorverkoper, geldt (i.v.m. de 'locatiedekking') dat de consument gedekt is op basis van de garantieregeling (art. 3 lid 4).
Mogelijk dat de klant (of de doorverkoper namens de klant) een beroep kan doen op een garantieregeling van de buitenlandse leverancier. Maar in de praktijk is dat vrij onzeker. De klant zal veel liever bij de retailer willen aankloppen en een beroep op de locatiedekking willen doen. Voor de klant natuurlijk veel makkelijker.
De retailer kan dat risico echter vermijden! De SGR heeft een lijst met 'vrijstellingen buitenlandse reisorganisatoren'. De buitenlandse reisorganisatoren op deze lijst vallen onder een aan SGR  vergelijkbare garantieregeling en SGR heeft hiermee afspraken gemaakt. Dit is ook de reden dat SGR de omzet behaald via deze vrijgestelde organisatoren als niet risicodragend bestempeld. Omdat het gaat om een aan SGR vergelijkbare garantieregeling, geldt artikel 8 van het deelnemersreglement hier dus niet. Het boekingskantoor loopt dan geen risico bij financieel onvermogen van deze buitenlandse TO/leverancier. Het is dus verstandig bij het boeken te letten op de buitenlandse reisorganisatoren die op de lijst van SGR staan. Doe je als SGR doorverkoper zaken met een niet vrijgestelde organisator, dan ligt de schade bij faillissement immers bij de doorverkoper.

Wanneer moet in deze gevallen de €5 worden geheven?
De €5 pp is sinds 1 februari een heffing van SGR en moet worden geïncasseerd door de eindverkoper. Dit voorkomt dubbele heffingen. Gelet op de locatiedekking moet dus ook bij bemiddeling voor een buitenlandse touroperator de €5 worden afgedragen.