De gangbare gedachte van het UWV en het Ministerie van Sociale Zaken is momenteel dat het loon van de werknemer gewoon dient te worden doorbetaald, en de werkgever na de vergunningsperiode een deel van deze loonkosten gecompenseerd kan krijgen. Dat hebben wij ook als zodanig bericht.
Wetswijziging
In o.a. het nieuwsbericht van 11 maart 2020 over werktijdverkorting hebben wij o.a. bericht dat de werkgever het loon gewoon doorbetaalt, ook over de uren dat vergunning tot werktijdverkorting is verleend.
Vandaag hebben wij intensief overleg gevoerd met onze advocaten. Wij zijn op basis van dat overleg van mening dat deze overheidsinformatie vanwege een wetswijziging die per 1 januari 2020 is doorgevoerd toch niet lijkt te kloppen. Hoe zit dat precies?
Op grond van het gewijzigde artikel 7:628 lid 9 BW (doorbetalingsverplichting van het loon ook als er geen werk is) en artikel 5 van de Regeling van 19 december 2019 (tot vaststelling van omstandigheden waarbij de verplichting tot loondoorbetaling niet geldt) zijn wij van mening dat de werkgever na het verkrijgen van de vergunning tot werktijdverkorting vrijgesteld is van de loondoorbetalingplicht over dat deel waarop de vergunning tot werktijdverkorting ziet.
Dat betekent dat over het gedeelte dat niet gewerkt wordt (waarvoor de vergunning tot werktijdverkorting is verleend) niet meer hoeft te worden betaald dan hetgeen van het UWV als vergoeding wordt verkregen.
Het niet verrichten van de overeengekomen arbeid is namelijk het gevolg van buitengewone omstandigheden waarvoor een vergunning van het Ministerie van Sociale Zaken is verleend. Let er wel op dat je als werkgever ingevolge deze regeling een administratie moet bijhouden aan de hand waarvan het UWV het aantal niet gewerkte uren per werknemer kan vaststellen. Onze advocaten hechten eraan te melden dat deze mededeling onder voorbehoud wordt gedaan dat hier geen rechten aan kunnen worden ontleend.
Bespreek het met het UWV
Wij raden je nadrukkelijk aan – als je een vergunning voor werktijdverkorting wilt aanvragen – dit onderwerp bespreekbaar te maken met het UWV.