"Een belangrijk verschil met de TOGS is dat de TVL niet een vast bedrag biedt, ook niet een vergoeding biedt voor de feitelijke lasten die je hebt, maar werkt met een gemiddeld aandeel vaste lasten als % van de omzet. Voor de 7911 en 7912 sbi-codes is dat gesteld op 4%. Daarmee moet je dus als ondernemer rekenen. Voor de ene pakt dat goed uit en voor de andere minder goed. De subsidie dekt ook maar 50% van de berekende lasten", zegt Frank Radstake van de ANVR. "Als je als reisbedrijf meer dan 30% omzetverlies hebt en je vaste lasten zijn minimaal €4000,- in de periode juni tot en met september 2020 kom je voor de TVL in aanmerking".
Op de website van RVO vind je onder meer informatie over de definitie van omzet en welke vaste lasten onder de regeling vallen. De regeling is nog aan te vragen tot 30 oktober 2020 (17:00 uur). Let op: loonkosten vallen er niet onder. Daarvoor bestaat de NOW 2.0. regeling.
"De overheid heeft gekozen omzetpercentages vast te stellen op basis van de eerste twee cijfers (79) van de sbi-code. Maar daarmee gaan ze er impliciet vanuit dat de definitie van omzet voor reisbemiddelaars en reisorganisatoren dezelfde is. En dat werkt natuurlijk niet zo. Omdat de BTW-aangifte als belangrijkste bron van informatie voor reisondernemingen niet werkt, kunnen jaarverslagen dienen aan achtergrondinformatie", zegt Radstake. "Maar ook dat helpt de reisbemiddelaar nou niet meteen. We hebben als ANVR onmiddellijk contact gezocht met het RVO en hopen met een oplossing te komen. Het is allicht het overwegen waard als reisbemiddelaar nog even te wachten op de uitkomsten daarvan, voor het aanvragen van de TVL-subsidie".