​"De Geschillencommissie oordeelde in het nadeel van de touroperator. Ondanks dat er ook nog wel het nodige valt af te dingen op de inhoudelijke argumentatie van de Geschillencommissie Reizen, geldt wat mij betreft hier vooral dat iets juridisch misschien wel juist kan zijn, maar dat er dan nog steeds niks van kan kloppen", zegt Frank Radstake van de ANVR. "Vanaf het allereerste begin hebben we betoogd bij de Geschillencommissie Reizen dat zij in dit soort zaken geen uitspraak zouden moeten doen. Een bindend advies in het voordeel van de klant kan namelijk helemaal geen verandering brengen in de situatie tussen reisorganisatie en de reiziger. De klant houdt nog steeds recht op zijn geld terug - maar dat wisten we al - en de reisorganisatie is niet opeens in staat wel terug te betalen. Sterker nog: het wordt misschien wel lastiger snel terug te betalen, omdat de reisorganisator ook nog eens wordt veroordeeld tot betaling van de kosten van het bindend advies. In deze gevallen gaat het om meer dan €600,- per geval".

Klant schiet er niks mee op
"Zoals reisrechtadvocaat Nick de Leeuw terecht stelt in zijn column heeft de reiziger niets aan de uitspraak. Als de touroperator nog steeds niet meteen kan terugbetalen, moet de reiziger alsnog naar de rechter om zijn geld te krijgen. Of misschien stapt de touroperator wel naar de rechter om het bindend advies te laten vernietigen, en wordt de klant geconfronteerd met mogelijk hoge kosten in een langlopende procedure", aldus Radstake. "En dat terwijl er gewoon een voor de reiziger uitstekend alternatief ligt. Een reisvoucher met dekking van SGR biedt de klant de meeste zekerheid in geval van faillissement van de touroperator en een afgesproken terugbetaling na uiterlijk 12 maanden minus een dag. Ik ben benieuwd of de reisorganisator in dit geval de gang naar de rechter gaat maken, maar zou ik me wel goed kunnen voorstellen. Als dat inderdaad het geval is, vind ik dat de Geschillencommissie lopende zaken moet laten liggen tot er een uitspraak is van de rechter".   ​